Hoewel Vincent van Gogh in het jaar 1853 werd geboren in het Brabantse Zundert, mag een museum van zo’n groot kunstenaar in een stad als Amsterdam toch echt niet ontbreken. Op zestienjarige leeftijd ging Van Gogh werken bij een oom die handelde in internationale kunst. Het bracht hem in steden als Brussel, Londen en Parijs, waar hij graag musea bezocht. Voor enige tijd wijdde hij zijn leven aan God. Pas omstreeks 1880 wist hij dat te combineren met het creëren van kunst. Omdat zijn overwegend donkere kunst weinig opleverde, werd hij regelmatig financieel gesteund door zijn broer Theo, met wie hij een goede band had. Op het moment dat Van Gogh meer kleur in zijn werk aanbracht, nam zijn kunst in populariteit toe. Zijn stijl werd expressiever en minder gedetailleerd.
In het Van Gogh Museum is een tijdlijn van Vincent te volgen. Verschillende van zijn prachtige werken zijn hier te bewonderen, alsmede ook de correspondentie met zijn broer die hier tentoongesteld wordt. Het Van Gogh Museum laat de bezoeker kennismaken met het turbulente leven, zijn teleurstellingen, zijn twijfels, rusteloze bestaan en natuurlijk zijn prachtige werk.