Carcassonne

De belangrijkste en drukstbezochte bezienswaardigheid binnen in Carcassonne is het Château Comtal. Dit prachtige kasteel stamt uit de twaalfde eeuw, maar heet sindsdien behoorlijk wat veranderingen ondergaan. Voordat je het kasteel binnen mag, moet je eerst een kaartje kopen bij het Office du Tourisme van Carcassonne. Daar kunnen behoorlijk wachtrijen staan, dus kun je beter vooraf online een kaartje kopen. Zo vermijd je de wachtrijen en ben je verzekerd van je bezoek. Tijdens de zomermaanden kunnen de kaartjes uitverkocht zijn.

Een bezoek aan het kasteel start met enkele oude kasteelkamers, waar je een grote maquette van Carcassonne ziet staan. Hierna loop je een route die je meeneemt door verschillende gangen, langs oude kamers en delen van de stadsmuur. De route eindigt aan de andere zijde van de stad vlak bij de Basiliek van Saint-Nazaire en Saint-Celsus.

De basiliek van Saint-Nazaire en Saint-Celsus is het belangrijkste geloofsgebouw binnen de muren van Cité de Carcassonne. Oorspronkelijk was het een kathedraal, maar omdat de bisschoppelijke zetel werd verplaatst, raakte de huidige basiliek deze titel kwijt. Achter de basiliek heeft oorspronkelijk een klooster gestaan, maar ook deze is er niet meer. De oudste delen van de basiliek van Saint-Nazaire en Saint-Celsus stammen uit de elfde eeuw, het koor en het transept zijn er in de dertiende aan toegevoegd. Vanaf de stadsmuren van Carcassonne heb je een prachtig uitzicht op gotische basiliek. Eenmaal binnen zijn de oude romaanse delen nog goed herkenbaar. Binnen zijn het vooral de kleurrijke glas-in-loodramen die opvallen.

De lices – of zoals we het in het Nederlands noemen dwingels – is het lege stuk open terrein tussen twee verdedigingsmuren. Dit was bedoeld als extra verdedigingslinie. Vijanden die de stad aanvielen, waren volledig weerloos op dit stuk. De soldaten van de Carcassonne stonden boven op de binnenste stadsmuren en konden de vijand relatief veilig beschieten. In vredestijd werden de lices gebruikt om militaire oefeningen te houden en riddertoernooien. Nu zijn de lices van Carcassonne een oase van rust in vergelijking met het drukke historische centrum. Bijna rondom de gehele ommuurde stad zijn lices te vinden, zodat je er een wandeling kunt maken. Op plekken waar de buitenmuren laag genoeg zijn heb je een mooi uitzicht over de nieuwe stad Carcassonne.

De stadsmuren van Carcassonne zijn een van de belangrijkste redenen dat jaarlijks zoveel toeristen de weg naar de stad weten te vinden. Het is een van de weinige steden uit de middeleeuwen waarvan de stadsmuren nog helemaal compleet zijn. Het is dankzij de architect Eugène Viollet-le-Duc – die de stadsmuren in de negentiende eeuw restaureerde –dat Carcassonne zo populair is. De Franse regering had eigenlijk al besloten om de oude cité helemaal af te laten breken.

Er is wel wat commentaar op deze renovatie, omdat er indertijd elementen aan de stadsmuren zijn toegevoegd, die er eigenlijk niet thuishoren. Toch voelt een wandeling over de stadsmuren van Carcassonne als een reis terug in de tijd. Onderweg word je getrakteerd op prachtige vergezichten. Bij helder weer kun je zelfs de Pyreneeën zien liggen. Als je kaartjes koopt voor het Château Comtal, dan is een bezoek aan de stadsmuren inbegrepen.

Heb je stalen zenuwen, val je in slaap in een spookhuis en kijk je horrorfilms voor je plezier, dan is Maison Hantée de Carcassonne de plek voor jou. Wij hebben dat niet; dus lieten we het spookhuis van Carcassonne voor wat het was. Toch viel het in een positieve zin op. Iedere twintig minuten, als er weer een groep naar buiten kwam uit het “Maison Hantée” zagen we lijkbleke, gillende bezoekers naar buiten rennen. Soms struikelden en vielen ze echt letterlijk over elkaar heen om naar buiten te komen. Ben je nieuwsgierig geworden wat de bezoekers zo de stuipen op het lijf aanjaagt, dan moet je een kaartje kopen voor het Maison Hantée de Carcassonne.

Een drukbezocht museum in Carcassonne is het Museum van de Inquisitie. Als je een kaartje koopt voor dit museum kun je ook een bezoek brengen aan het martelmuseum. Beide musea stellen niet veel voor, maar zijn leuk om even doorheen te lopen. In de verschillende ruimtes worden oude marteltechnieken gedemonstreerd en zijn verschillende martelwerktuigen te zien. Je kunt een foto van jezelf maken terwijl je vastzit in een schandpaal of een selfie bij een van de vele bloederige taferelen. De entreeprijs is aan de hoge kant, zeker als je bedenkt dat je maximaal een uurtje bezig bent met het bezoeken van deze twee musea.

De Porte Narbonnaise is de belangrijkste stadspoort van Carcassonne. De poort is gebouwd in de tweede helft van de dertiende eeuw. Door de hoge torens, de dwingels en de brug was deze poort een belangrijk onderdeel van de verdedigingswerken van Carcassonne. Nu is het de plek waar het merendeel van de toeristen de Cité de Carcassonne binnenlopen. Niet ver van deze stadspoort zijn enkele parkeerplaatsen te vinden, zodat je niet ver moet lopen om bij de stadspoort uit te komen. Voor de stadspoort staat een standbeeld van Dame Carcas, waar de stad volgens een legende zijn naam aan te danken heeft. Onder dit beeld zien we een plaquette met daarop de inschrijving op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Wil je echt alles te weten komen over de geschiedenis van Carcassonne, dan is het leuk om de stad te bezoeken met gids. Dit kun je het beste doen in een kleine groep, zodat je voldoende tijd hebt om vragen te stellen en je nog redelijk gemakkelijk door de stad kunt lopen. Wordt de groep te groot, dan is het lastig manoeuvreren door Carcassonne en zul je met regelmaat moeite hebben de gids te verstaan. Bij deze gegidste rondleiding mogen er maximaal tien deelnemers inschrijven, maar het gebeurt met regelmaat dat de groep uit slechts zes personen bestaat. De rondleiding begint bij de Porte Narbonnaise en neemt je mee naar alle uithoeken van Carcassonne.

In de Rue de Plô, binnen de muren van de Cité de Carcassonne, staat het schoolmuseum van Carcassonne. Het is een klein, maar leerzaam museum over hoe de kinderen vroeger in de middeleeuwse stad naar school gingen. In het museum zijn vijf klaslokalen nagebouwd, uit de negentiende eeuw en begin twintigste eeuw. In deze lokalen zien we de oude tafeltjes, schrijfgerei en andere gebruiksvoorwerpen uit deze periode. In de vijf lokalen krijg je een goed beeld van de geschiedenis van het onderwijs in Frankrijk. Je kunt er met een kroontjespen schrijven en andere historische lesmateriaal testen.

Sinds het begin van de twintigste eeuw is er binnen de muren van de Cité de Carcassonne, een openluchttheater te vinden. Deze is gebouwd op de plaats waar eerst het klooster van Saint Nazaire te vinden was. Tijdens de maand juli wordt in dit theater het Festival de la Cité gehouden. Dit is het grootste festival dat jaarlijks binnen de muren van Carcassonne gehouden wordt. In deze maand vinden er allerlei optredens plaats van wereldberoemde artiesten. Het is een bijzonder divers festival, met optredens uit verschillende stijlen en genres.