In het zuidoosten van Spanje, aan de voet van het Sierra Nevada gebergte, ligt de prachtig stad Granada. Deze populaire studentenstad trekt dankzij de vele bezienswaardigheden en het gunstige klimaat jaarlijks vele bezoekers. Op nummer 1 staat het indrukwekkende ‘Palacio de Generalife’ wat ook wel het Alhambra wordt genoemd. De geschiedenis van dit en andere paleizen gaan een aantal eeuwen terug in de tijd. Granada was eens een Moors koninkrijk wat gesticht werd door de Berberse vorst Mohammed I ibn Nasr. In die tijd werd er voornamelijk Arabisch gesproken. Het Alhambra was destijds het paleis van de Nasriden. Gedurende de tweede helft van de vijftiende eeuw kwam hier een einde aan. Het katholieke koningspaar Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië stuurde aan op het veroveren van Granada en daarmee het verbannen van de moslims. Moskeeën werden omgebouwd tot katholieke kerken en paleizen werden soms drastisch gerenoveerd. Gelukkig zijn er nog altijd verschillende Moorse invloeden uit deze periode zichtbaar bewaard gebleven. Met name in de architectuur en de locale gerechten is hierdoor een mooie mix ontstaan tussen twee culturen.
Een wandeling door het oude centrum ‘Albaicín’ van Granada, via charmante pleinen en sfeervolle straatjes, voelt als een wandeling de tijd. Natuurlijk ontbreken ook hier de gezellige tapasbarretjes en terrassen niet.