Marseille

De oude haven vormt al eeuwenlang het hart van Marseille. De ingang van de Vieux-Port wordt aangegeven met de forten Saint-Jean en Saint-Nicolas. Deze werden rond 1660 in opdracht van koning Louis XIV gebouwd om de belangrijke haven te beschermen tegen indringers. In 1948 is de haven grotendeels vernieuwd nadat het in de Tweede Wereldoorlog werd vernietigd. De haven is een gezellig deel van de stad waar je heerlijk kunt eten of genieten van een heerlijk glaasje wijn. De restaurants aan de Vieux-Port zijn vooral gespecialiseerd in gerechten met vis- en schaaldieren.

Vlak bij de haven zijn veel bezienswaardigheden te vinden zoals de vuurtoren Phare de Saint Marie, de gezellige straat Canebière en het nationale theater ‘Théâtre National de la Criée.

Het Museum van Europese en Mediterrane Beschavingen (Mucem; Frans: Musée des Civilisations de l’Europe et de la Méditerranée) is een nationaal museum in Marseille. Het werd ingehuldigd op 7 juni 2013. Het museum is gewijd aan de Europese en mediterrane beschavingen. Met een permanente collectie die de historische en culturele kruisbestuiving in het Middellandse Zeegebied in kaart brengt, volgt het een interdisciplinaire benadering van de samenleving door de eeuwen heen tot aan de moderne tijd. Het museum, gebouwd “van steen, water en wind”, is ontworpen door de architect Rudy Ricciotti in samenwerking met de architect Roland Carta.

Het museum is gebouwd op een drooggelegd terrein aan de ingang van de haven, naast het 17e-eeuwse Fort Saint-Jean en een voormalige haventerminal, de J4. Een kanaal scheidt het nieuwe gebouw van het Fort Saint-Jean, dat in het kader van het project is geherstructureerd. De twee locaties zijn met elkaar verbonden door een hoge loopbrug van 130 m lang. Een andere loopbrug verbindt het Fort Saint-Jean met de Esplanade de la Tourette, vlakbij de kerk Saint-Laurent in de wijk Panier.

De Notre Dame de la Garde krijgt de tweede plaats toebedeeld in de top 10 bezienswaardigheden van Marseille. Voor de inwoners van Marseille wordt deze basiliek gezien als de beschermster van de stad. Op de zestig meter hoge klokkentoren is van zeer ver het beeld van de Heilige Maria met kindje Jezus te zien. Zij prijkt dan ook hoog boven de stad uit en heeft daarmee een zeer dominante positie verkregen. Het is dan ook niet gek dat de Notre Dame de la Garde de meest bezochte bezienswaardigheid van de stad Marseille is. Het uitzicht vanaf deze heuvel is spectaculair. Het interieur is zeker zo indrukwekkend als de buitenkant doet vermoeden. Veel van het gebruikte marmer en porfier zijn afkomstig uit Italië.

De Villa Méditerranée is een openbaar gebouw in de wijk Joliette. Het was oorspronkelijk bedoeld om conferenties, vergaderingen en tentoonstellingen te huisvesten. Het werd ingehuldigd op 7 april 2013, gesloten in januari 2018 en heropend in 2022. Het gebouw is ontworpen door de Italiaanse architect Stefano Boeri en eigendom van de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur.

Na verschillende jaren van tentoonstellingen, documentaires, seminars en conferenties, biedt de Villa Méditerranée sinds juni 2022 onderdak aan een replica van de paleolithische site van de Cosquer-grot. Dit nieuwe museum zal naar verwachting 400.000 bezoekers per jaar trekken.

De Cathédrale de la Major is is een neo-Byzantijnse kathedraal in Marseille. De volledige benaming van deze kathedraal is ‘Cathedrale Sainte-Marie-Majeure de Marseille’. In de omgeving is aan de restanten goed te zien dat de kathedraal is gebouwd op een plaats waar al eeuwen ervoor andere kerken stonden. De Cathédrale de la Major werd gebouwd tussen 1852 en 1896. De eerste steen werd gelegd door keizer Napoleon III in 1852 en de eerste dienst werd gehouden in 1893. Hij werd voltooid in 1896, kreeg de titel van kleine basiliek en werd ingewijd in 1897. De lengte telt een indrukwekkende 140 meter. Het enorme formaat van de kathedraal wordt extra benadrukt door de vrije ligging.

Op het kleinste eiland van de Frioul-archipel, wat voor de kust van Marseille ligt, bevindt zich het fort ‘Chateau d’If’. Tussen 1524 en 1531 werd dit fort gebouwd om stad te verdedigen tegen aanvallen van zee. Jaren later is het fort gebruikt als gevangenis. Sinds 1890 is het Chateau opengesteld voor publiek. Vanaf Marseille is het prima per boot bereikbaar.

Het Chateau is een vierkant gebouw van drie verdiepingen met aan weerszijden een lengte van 28 m, geflankeerd door drie torens met grote schietgaten. Het werd gebouwd van 1524-31 in opdracht van koning Frans I, die tijdens een bezoek in 1516 het eiland zag als een strategisch belangrijke locatie om de kustlijn te verdedigen tegen aanvallen vanaf zee.

De voornaamste militaire waarde van het kasteel was als afschrikmiddel; het hoefde nooit een daadwerkelijke aanval af te slaan. Het dichtst bij een echte krachtproef kwam het in juli 1531, toen de Heilige Roomse keizer Karel V voorbereidingen trof om Marseille aan te vallen. Hij liet het invasieplan echter varen.

Het ‘Palais Longchamp’ is een must-see in Marseille: met een prachtig omringend park is dit historische monument gebouwd om water naar de stad te brengen en is het een ware architectonische prestatie.

In 1835 werd de Phocese stad getroffen door een cholera-epidemie als gevolg van een watertekort. Na deze tragedie werd de architect Franz Mayor de Montricher – opgeleid aan de zeer prestigieuze Ponts et Chaussées – gekozen om een project uit de 16e eeuw uit te voeren: het graven van een 85 km lang kanaal om water van de rivier de Durance helemaal naar Marseille te brengen.

Na 10 jaar hard werken werden 18 aquaductbruggen gebouwd om drinkbaar water naar Marseille te brengen. De architect Henry Espérandieu – de beroemde bouwer van de basiliek Notre-Dame – ensceneerde de komst van het water op het plateau van Longchamp, een opvallend architectonisch monument van 1682 tot 1869.

De “Cours Ju” is nu een atypische en niet te missen plaats in de stad geworden, want het is een ontmoetingsplaats voor kunstenaars, vol met zijn kunstgalerijen, zijn scheppers van allerlei aard, zijn winkels en zijn muzikanten. De wijk Cours Julien is zowel overdag aangenaam om te bezoeken vanwege de terrassen van de restaurants als ’s avonds vanwege de feestelijke en kosmopolitische sfeer, maar ook vanwege de voetgangersstraten en de speelplaatsen voor kinderen en het gezin.

De boeren- en biologische markt van Cours Julien is zeer bekend in Marseille en verwelkomt je elke woensdagochtend. Je vindt er een dertigtal lokale producenten die verse en kwaliteitsvolle producten verkopen. De Cours Julien biedt jou de mogelijkheid om 100% Marseille shopping te combineren met zijn designer boetieks en ontspanning, op de Place de Notre Dame du Mont waar vele bars en restaurants zijn gevestigd.

Het stadhuis van Marseille, in het Frans het Hôtel de Ville genoemd, is een van de mooiste gebouwen van de stad. Het Hôtel de Ville, ideaal gelegen in het hart van de Oude Haven, is een van de weinige gebouwen die de vernietiging van de wijk tijdens de Duitse bezetting in 1943 hebben overleefd. Op de huidige plaats van het Hôtel de Ville stond al in de 13e eeuw het Maison de Ville, waar de kooplieden en consuls van de stad samenkwamen. Pas in 1653 werd de eerste steen van het huidige gebouw gelegd, op voorstel van de eerste consul, Gaspard de Villages.

Het gebouw bestaat uit twee delen: het oorspronkelijke gebouw, het Pavillon Puget (aan de havenzijde), verbonden door een arcade met het Pavillon Bargemon (aan de pleinzijde). Op 30 april 1948 werd het geklasseerd als historisch monument.

Quartier de l’Estaque is een buurt die volgens de kenners het echte Marseille vertegenwoordigt. In dit noordwestelijke deel van de stad vind je een buitengewoon gezellige sfeer. De smalle Franse steegjes en kleine huizen geven je direct de volkse gemoedelijkheid mee. Hier start men rustig de dag met een heerlijke koffie en de bekende Chichi Fregi. Dit is een met suiker bestrooide donut, die wat wegheeft van de Spaanse churros. Maar natuurlijk zijn er meer lekkernijen te vinden.

Quartier de l’Estaque is erg populair onder kunstenaars. Menig schilder heeft hier de nodige inspiratie gehaald om tot prachtige kunstwerken te komen. Monticelli kwam al in 1860 de Chapelle de la Galline, op de hoogten van Estaque, schilderen. De beroemde Paul Cézanne was vanaf 1870 geïnteresseerd in vormen, lijnen en kleuren om de weg naar abstractie te openen. Braque zette zijn onderzoek voort in 1907 en het was in de wijk Riaux dat hij “La maison à l’Estaque” schilderde, het eerste kubistische werk dat vaak wordt overschaduwd door Picasso’s “Demoiselles d’Avignon”.