Quebec

Op een prachtige locatie aan de Saint Lawrence rivier is een belangrijk stukje nationale geschiedenis te ontdekken. La Citadelle op Cap Diamont is namelijk een militaire vesting uit de zeventiende eeuw. Hiervandaan werd de oostelijk gelegen stad van Canada beschermt tegen aanvallen van buitenaf. Sinds 1985 behoort ‘La Citadelle’ van Quebec als World Heritage Site. Bezoekers kunnen genieten van ruim driehonderd jaar geschiedenis verpakt in een allermooist jasje.

Door middel van een tour van ongeveer anderhalf uur bezoek je de Regimental Kapel, de kamer van ‘Honor and Memory, kun je genieten van het allermooiste uitzicht over de Saint Lawrence rivier en krijg je boeiende waar gebeurde verhalen te horen die zich hier hebben afgespeeld. Daarnaast is er nog het Koninklijke 22e Regiment museum gelegen en kun je getuige zijn van de traditionele wisseling van de wacht.

Vanuit historische perspectief gezien bevindt het waardevolste deel van de stad Quebec zich in het oude stadsdeel Vieux-Quebec. Dit stadsdeel wordt gedomineerd door de van veraf al zichtbare Château Frontenac en de Citadelle. Tussen de koloniale huizen in dit stadsdeel tref je nog meer prachtig bouwwerken zoals het stadhuis, Édifice Price, het Ursulinenklooster en basiliek de Notre Dame de Quebec. Een leuke tip is om Vieux-Quebec te verkennen per paard-en-wagen. De eigenaar wil je graag voorzien van oude anekdotes en bijzondere wetenswaardigheden.

Het sprookjesachtige uiterlijk van Château Frontenac is afkomstig uit een ontwerp van de Amerikaanse architect Bruce Price. Deze man had eerder al staat van dienst bewezen met het ontwerp van het Windsor Station en het huis van zakenman James Ross aan de Golden Square Mile in Montreal. Château Frontenac is gebouwd in 1893 als hotel. Ondertussen heeft het hotel al enkele restauraties ondergaan en zijn er ook moderne aanpassingen gedaan om het in de huidige tijd goed te laten functioneren. Nog altijd behoort het hotel tot de top van luxe hotels met veel grandeur. Sinds 1980 wordt het bouwwerk aangewezen als National Historic Site van Canada.

Tussen 1877 en 1886 is het parlementsgebouw van Quebec gebouwd. De stijl laat zich het best omschrijven als renaissance of second empire architectuur. Hôtel du Parlement telt acht verdiepingen en is gelegen aan de Rue des Parlementaires. De gevel is opgesierd met tweeëntwintig indrukwekkende beelden van verschillende belangrijke personen uit de Canadese geschiedenis. Hieronder bevinden zich namen als Honoré Mercier (premier), Louis de Buade de Frontenac (gouverneur-generaal) en Robert Baldwin (politicus).

Tijdens een gratis rondleiding van ongeveer dertig minuten kun je het gebouw van binnen bewonderen, waarbij je in ruimtes komt als de raadkamer. Behalve een restaurant zijn er ook regelmatig wisselende tentoonstellingen te bezoeken.

De Franse kolonisten hebben een aantal fraaie kerkgebouwen weggezet in Canada. De Sainte-Anne-de-Beaupré is daar een goed voorbeeld van. Deze prachtige basiliek van Quebec is gelegen aan de rivier Saint Lawrence. Als belangrijk katholiek heiligdom heeft de basiliek al heel wat bezoekers en pelgrims mogen ontvangen. Het neo-Romaanse ontwerp werd omstreeks 1926 gebouwd naar een idee van de architecten Maxime Roisin, Louis Audet en Joseph Daoust.

De afwerking van de binnenkant werd pas in 1937 gerealiseerd. In de basiliek Sainte-Anne-de-Beaupré zijn religieuze kunstwerken en sculpturen te bewonderen van de Canadese beeldhouwer Joseph-Émile Brunet en indrukwekkende glas-in-lood-creaties van Auguste Labouret.

In de omgeving van Place Royale is de wijk L’Escalier du Casse-Cou gelegen, welke ook wel bekend staat als Petit Champlain. Het verschil in straatniveau tussen Terrasse Dufferin en Rue Sous-le-Fort wordt opgelost met trappen die de naam Escalier du Casse-Cou dragen. Verdeeld over de stad zijn zo’n dertig trappen te bespeuren. Een ander bijzonder fraai exemplaar is de Lépin.

De allereerste trappen op deze plek werden gemaakt van hout. Dit gebeurde in het jaar 1857, Vervolgens werd er een ijzeren vervanging geplaatst in 1883. De wijk, wat onderdeel is van Vieux-Quebec, is uitstekend geschikt om te winkelen, lekker te eten en al wandelend te genieten van alle mooie details uit de geschiedenis.

Aan de Rue de Buade kun je een bezoek brengen aan de Notre-Dame van de stad. De kathedraal werd omstreeks 1647 opgericht, maar heeft veel schade geleden tijdens twee uitslaande branden. De laatste ingrijpende restauraties hebben plaatsgevonden aan het begin van de twintigste eeuw. Sinds de kathedraal in 1989 werd aangewezen als nationaal historische site, heeft het in populariteit in ieder geval niet ingeboet. Het interieur is dan ook indrukwekkend om te zien. Vergeet daarbij vooral niet om de ‘Heilige Deur’ te bewonderen.

Het MCQ museum van de Canadese stad Quebec laat je genieten van allerlei culturen, sociale wetenschappen en de samenleving. Middels permanente en wisselende tentoonstellingen kom je bijvoorbeeld meer te weten over inheemse stammen als de Aboriginals en belangrijke gebeurtenissen in en rondom Quebec. Het museum dat zijn deuren opende in 1988 is tegenwoordig deels gevestigd in een voormalig bankgebouw aan de St. Peter Street.

In de groene omgeving van het Battlefiels Park is het historische gebied ‘Plains of Abraham’ gelegen. Hier werd onder andere de Slag om Quebec bevochten in 1759. Tegenwoordig wordt het park vooral bezocht als recreatiepark. Gezinnen komen hier samen voor ontspannende momenten, andere gebruiken het juist om er te sporten en meer dan eens worden er gezellige evenementen en festivals georganiseerd. Vooral tijdens de Quebec City Summer Festival komt men in groten getale naar het altijd gezellige Plains of Abraham park.

Ile d’ Orléans is eiland in de Saint Lawrence rivier. Het eiland staat bekend als de plek waar de eerste Franstaligen zich vestigden in Noord-Amerika. De Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier gaf het in 1535 de naam ‘Île de Bascuz’ vanwege de vele witte druiven die hij er aantrof. Daarna heeft het nog meerdere namen gehad totdat het uiteindelijk in Île de Orléans veranderde. In de historische wijk zijn allerlei plekjes waar je heerlijke verse streekgerechten kunt nuttigen en ook het cultureel erfgoed is een lust voor het oog.

Inmiddels heeft het eiland een eigen zegel waarmee het aangeeft dat het product verbouwd werd op het eiland zelf. De zegel draagt de naam: Savoir-faire île d’Orléans. Verder kun je op het eiland een kinderboerderij, een galerie of een lokale boer met eigen heerlijke streekproducten bezoeken of geniet je van een wandeling door de prachtige tuinen van ‘La Seigneurie de l’Île d’Orleans’.